Dieren gedood voor vlees

De vleesindustrie is verreweg de grootste moordenaar van dieren over de hele wereld. Het is eveneens verantwoordelijk voor meedogenloze en stelselmatige wreedheid tegen varkens, schapen, koeien, kippen, eenden, ganzen en andere dieren, die elke minuut van hun korte leven lijden.

Voor alle dieren gefokt voor hun vlees is het verhaal vergelijkbaar. Vrouwtjes worden herhaaldelijk met geweld kunstmatig bevrucht. Baby’s worden weggerukt van hun moeders, verminkt, in smerige en overvolle omstandigheden gehouden en een mix van medicijnen gegeven, waardoor hun lichaam soms groter dan normaal wordt en tal van gezondheidsproblemen oploopt. Daarna, als ze vaak slechts een paar maanden oud zijn, ondergaan ze een stressvolle en angstaanjagende reis naar het slachthuis, waar sommigen worden gedood terwijl ze nog bij bewustzijn zijn.

Kippen

Kippen die worden gefokt voor vlees, oftewel ‘vleeskuikens’, worden intensiever gefokt dan enig ander diersoort. Pas uitgekomen kuikens komen terecht in grote, stoffige en raamloze loodsen met 30.000 of meer andere kippen. Ze worden gefokt en gevoerd om zo’n groot bovenlichaam te krijgen, dat ze nauwelijks hun eigen gewicht meer kunnen ondersteunen. Deze betreurenswaardige dieren kunnen hun ‘slachtgewicht’ al bereiken als ze slechts 41 dagen oud zijn.

Kippen in deze grimmige vee-industrie hebben vaak last van ernstige gezondheidsproblemen, waaronder vervormde of jichtige poten als gevolg van overtollige gewichtstoename, voetzoollaesies omdat hun bodembedekking nooit wordt schoongemaakt, besmettelijke ziekten zoals salmonella en listeria, en hittestress, hartfalen, borstblaren en huidzweren veroorzaakt door ernstige overvolle omstandigheden. Alsof dit nog niet erg genoeg is, onderwerpen boeren de dieren vaak aan pijnlijke procedures, zoals het verwijderen van een deel van hun snavel met infraroodstraling.

De dieren worden naar het slachthuis gestuurd zonder ooit in een boom te hebben genesteld, een stofbad te hebben genomen, interactie met hun ouders te hebben gehad of enig ander ding te hebben gedaan dat voor kippen belangrijk is. Ze worden ruwweg in kratten gepropt en naar het slachthuis vervoerd, waar ze ondersteboven met hun poten aan een haak worden opgehangen. Ze worden verdoofd met CO2, met een elektrische schok direct op de kop of met de waterbadmethode. Bij de laatste wordt hun kop ondergedompeld in een elektrische waterbad waarvan verondersteld wordt dat het hen verdoofd, waarna hun hals wordt doorgesneden en ze doodbloeden, of worden ondergedompeld in een plukbad gevuld met kokend heet water om hun veren te verwijderen.

Runderen

Runderen gebruikt voor vlees kunnen op megastallen gehouden worden en hun hele leven binnen doorbrengen, zonder ooit in de open lucht te hebben gegraasd of genoeg ruimte te hebben om te bewegen. Ze worden vetgemest met een onnatuurlijk dieet op basis van granen, dat bijna constant spijsverteringspijn veroorzaakt en kan leiden tot metabolische ziekten. Sommige helse en kunstmatig verlichte schuren hebben roostervloeren, die ongemakkelijk zijn voor runderen om op te liggen. Zelfs runderen die buiten in de wei lopen, besteden meestal een deel van hun tijd binnen door, vaak in overvolle en met uitwerpselen gevulde stalling. Veel dieren ontwikkelen ademhalingsproblemen vanwege de verstikkende chemicaliën in de lucht door mesthopen in de overvolle stalling.

Van nature wordt een rund gemiddeld veertien jaar oud. Maar runderen in de Nederlandse vleesrunderensector kunnen al gedood worden als ze slechts 2 jaar oud zijn. Tijdens de rit naar het slachthuis, storten sommige runderen in van uitputting. Eenmaal aangekomen worden de dieren hersendood gemaakt met een schietmasker, waarbij een slagpin met hoge snelheid in hun hersenen wordt geschoten. Het kan echter voorkomen dat onbeholpen en overwerkte werknemers dit niet goed uitvoeren, wat resulteert in doodsbange runderen die al schoppend en loeiend hun dood tegemoet zien, nog bij bewustzijn als hun hals wordt doorgesneden om leeg te bloeden.

Er zijn wereldwijd veel verhalen over runderen die buitengewone ontsnappingspogingen doen op weg naar het slachthuis, door van rijdende vrachtwagens te springen, over hekken te springen en rivieren over te zwemmen – omdat dieren evenveel waarde aan hun leven hechten als wij doen.

Mannelijke babykalfjes die bij moeders in de zuivelindustrie zijn geboren, worden voor kalfsvlees direct na de geboorte bij hun moeder weggehaald. Vervolgens worden ze gehuisvest in zogenaamde ‘eenlingboxen’. Helemaal alleen met bijna geen ruimte om te bewegen, krijgen de bange dieren voer te eten dat met opzet weinig ijzer bevat, zodat ze op de grens van bloedarmoede zitten, hun spieren wegkwijnen en hun vlees ‘blank’ blijft. Tegen de tijd dat ze naar het slachthuis worden vervoerd, kunnen deze jongelingen zo zwak zijn, dat ze nog nauwelijks de laadbrug omhoog kunnen lopen naar het slachthuis.

Eenden en ganzen

Wereldwijd worden elk jaar miljoenen eenden en ganzen intensief gefokt voor hun vlees. Net als andere dieren die worden gebruikt door de vleesindustrie, worden ze gehuisvest onder ellendige, benauwde omstandigheden, ver verwijderd van hun natuurlijke leefomgeving, en worden ze gedood nog voordat ze volwassen zijn.

Sommige eenden en ganzen doorstaan een nog afgrijselijkere beproeving: gedwangvoederd worden voor de productie van foie gras, een berucht en verachtelijk levensmiddel waarvan de productie in Nederland verboden is, maar dat hier nog wel steeds wordt verkocht. Om de ‘vette lever’ pâté te maken, grijpen werknemers een aantal keer per dag eenden en ganzen aan hun nek vast, duwen een stalen buis in hun keel en pompen enorme hoeveelheden graan in hun maag, in een barbaars proces dat bekend staat als gavage.

Deze marteling gaat door totdat de levers van de dieren tot wel 10 keer hun normale grootte zijn opgezwollen, waardoor het tegen de andere organen, zoals de longen, drukt en ze constant kortademig zijn. Bij het slachten worden de ganzen ondersteboven opgehangen, waarna hun hals wordt doorgesneden en ze worden achtergelaten om dood te bloeden.

Dierenartsen zijn het erover eens dat er geen diervriendelijke manier bestaat om foie gras te produceren. PETA heeft undercover video-opnames van foie gras boerderijen in Frankrijk, waarop duidelijk te zien is hoe dwangvoeding intens en langdurig leed bij eenden en ganzen veroorzaakt. Bewustzijn over de wreedheid van de foie gras productie groeit en steeds meer koks en retailers weigeren nu om het product te verkopen. PETA blijft campagne voeren tegen deze ‘marteling in een blikje’, totdat het van de Nederlandse winkelschappen is verbannen.

Varkens

Varkens zijn vriendelijke, loyale en intelligente dieren, die vaak beter presteren in leer-experimenten dan honden. Ze zijn van nature erg schoon, leven in kleine familiegroepen en houden van spelen, de omgeving verkennen, voedsel opsporen en nesten bouwen voor hun kroost.

Maar varkens in de vee-industrie krijgen geen kans om dit natuurlijke gedrag uit te voeren. Opgepropt in kale betonnen hokken, zullen zij nooit de zon zien of frisse lucht inademen. Verveling en de stress van opsluiting kan ervoor zorgen dat de dieren agressief gedrag vertonen, zoals staartbijten, zodat boeren stelselmatig hun staart afsnijden en hun gevoelige tanden afvijlen – dit alles meestal onverdoofd. Mannelijke varkens verduren chronische pijn nadat ringen door hun neus zijn gebracht. Mannelijke biggetjes worden gecastreerd met verdoving, maar niets wordt gedaan aan de napijn.

Tijdens en na de bevalling worden moedervarkens in kraamhokken geplaatst, zo klein dat ze zich niet kunnen omdraaien, laat staan ​​aan hun sterke natuurlijke drang kunnen voldoen om een ​​nest te bouwen. Ze worden keer op keer gedwongen kunstmatig bevrucht, terwijl elk nestje biggetjes al na slechts een paar weken bij hen worden weggehaald en naar mesterijen worden vervoerd, met het slachthuis als eindhalte. Daar gaat de wreedheid door – de dieren worden ondersteboven aan hun achterpoten omhoog gehesen en hun hals wordt doorgesneden, soms zonder dat ze effectief verdoofd zijn. Alleen al in Nederland zien elk jaar ongeveer 14,5 miljoen varkens dit lot tegemoet.

Schapen

Wat is nou leuker dan het aanblik van een pluizig lammetje? Maar veel van de lammetjes die je in het voorjaar ziet rondhuppelen, zullen dood zijn nog voordat het jaar voorbij is: ze kunnen binnen enkele dagen na de geboorte sterven aan blootstelling, ondervoeding of ziekte, terwijl lammetjes voor hun vlees gedood kunnen worden als ze slechts 10 weken oud zijn. Tijdens hun korte leven ondergaan sommigen pijnlijke verminkingen, zoals het couperen van hun staart zonder pijnstillers.

Schapen in de wei zijn nauwelijks beter af. Zij kunnen schandelijk verwaarloosd worden, lijdend aan kreupelheid, pijnlijke infecties, ‘myiasis’ en parasieten, zoals teken. En elke winter kunnen dieren in ijzige omstandigheden doodvriezen.

Voordat ze een angstaanjagende dood tegemoet zien, doorstaan deze gevoelige dieren ruwe behandeling en lange, traumatische ritten in overvolle vrachtauto’s, vaak zonder voldoende voedsel, water of ventilatie. Elk jaar worden honderdduizenden schapen levend naar buitenlandse slachthuizen vervoerd, voornamelijk naar Frankrijk en België, waar het slachten iets goedkoper is.

Wat u kunt doen

Het beste wat iemand voor dieren kan doen, is ze niet op te eten! Geen vlees eten is de eenvoudigste manier om het leven van veel dieren per jaar te besparen – en de dagelijkse wreedheid en mishandeling van dieren in slachthuizen en in de vee-industrie in Nederland en elders af te wijzen.

Vlees links laten liggen is ook een van de beste dingen die u kunt doen voor uw gezondheid en voor het milieu.