China’s schokkende bonthandel

Toen undercoveronderzoekers Chinese pelsdierfokkerijen bezochten, ontdekten ze dat veel dieren nog leefden en zich wanhopig probeerden te verzetten wanneer werknemers hen op de rug gooiden of aan poten en staart ophingen om ze te villen. Toen werknemers op deze fokkerijen begonnen te snijden en de huid van een poot afstroopten, schopten en spartelden de andere ledematen heftig. Medewerkers stampten op hoofd of nek van de dieren die zich te heftig verzetten om ‘keurig snijwerk’ te leveren.

Als de vacht ten slotte over het hoofd van de dieren is heengetrokken, worden hun kale en bebloede lichamen bovenop de stapel eerder gevilde dieren gegooid. Sommige leven nog, benauwd naar adem happend en zachtjes met de ogen knipperend. Het hart van sommige dieren klopt nog vijf tot tien minuten na het villen nog steeds. Een onderzoeker filmde een wasbeerhond bovenop de stapel karkassen, die nog de kracht had om zijn bebloede hoofd op te tillen en in de camera te staren.

Voordat ze levend worden gevild, worden de dieren uit hun kooi getrokken en op de grond gesmeten. Werknemers knuppelen de dieren neer met metalen stangen of slaan ze met volle kracht tegen een hard oppervlak, waardoor ze gaan stuiptrekken en hun botten worden gebroken, maar ze gaan er niet altijd direct aan dood. Dieren kijken hulpeloos toe als medewerkers hun richting uitkomen.

Kom in actie

Omdat van bontkleding de herkomst niet is na te gaan, treft iedereen die bont draagt ook blaam voor de gruwelijke omstandigheden op Chinese pelsdierfokkerijen. De enige manier om zulke onvoorstelbare wreedheid te voorkomen, is door nooit iets van bont te dragen. Leg vandaag nog de Bontvrije Eed af!