Vaak gestelde vragen over dieren die om hun pels worden gehouden

Zijn er wetten die pelsdieren die gefokt worden voor hun pels op pelsboerderijen beschermen?

Er is momenteel geen Europese wetgeving die bescherming biedt aan de miljoenen dieren die worden gefokt voor hun pelzen – waaronder chinchilla’s, vossen, nertsen en wasbeertjes – en op pelsboerderijen lijden en sterven, hoewel een aantal lidstaten wel hun eigen wetgeving hierover hebben. Verder is er ook geen wetgeving terzake in de Verenigde Staten en in China (een van de sterkst groeiende leveranciers van bont ter wereld). In Nederland is het houden van vossen en chinchilla’s nu verboden, en alle boerderijen moeten tot 1 april 2008 worden gesloten, maar het houden van nertsen is nog steeds toegestaan, met een productie van 3 miljoen pelzen per jaar. De bontindustrie blijft voornamelijk zelfregelend, hetgeen inhoudt dat dieren in krappe vieze kooien zijn opgesloten, waar zij vaak neurotisch gedrag vertonen, ziek worden, of gewond raken. Pelsboeren doden deze dieren door hen bij volledig bewustzijn de nek te breken, of door middel van anale of genitale elektrocutie.

Is het OK om tweedehands “kwaliteitsbont” te dragen?

Mode moet leuk zijn … het dragen van een mantel die gemaakt is van een dier waarvan de huid eraf is getrokken, ook als dat tientallen jaren geleden is gebeurd, is helemaal niet leuk. Ook als u de bontmantel van een liefdadigheidswinkel of een tweedehandszaak hebt gekocht, straalt uw bontmantel dezelfde onaanvaardbare boodschap uit als een nieuwe bontmantel: dat het aanvaardbaar is om de botten van gevangen dieren te breken, hun schedels te verbrijzelen en hun nek te breken, of om de dieren anaal te elektrocuteren, enkel om iemands ijdelheid te strelen. Stijlvol namaakbont is hip en humaan, en ze wegen minder zwaar op uw portemonnee en op uw geweten.

Maar hoe zit het dan met de bontmantels die door PETA aan daklozen worden verstrekt?

We kunnen de dieren helaas hun leven niet teruggeven, maar zo kunnen we tenminste warmte bieden aan mensen die zich geen warme synthetische kleding kunnen veroorloven, en die anders deze winter in de kou zouden blijven zitten. PETA heeft duizenden bontmantels van voormalige bontdragers ontvangen, die van mening zijn veranderd nu zij op de hoogte zijn van de weerzinwekkende wreedheden die op pelsboerderijen en bij het vangen van wilde pelsdieren worden begaan. Onze giften aan de noodlijdenden die anders wellicht op straat dood zouden vriezen maakt het voor voormalige bontdragers mogelijk om hun garderobes met een goed geweten leeg te halen.

Verder zijn bontgiften een effectieve manier om het imago van bontmantels als prestigieus en trendy statussymbool tegen te gaan. We merken aan de enorme hoeveelheden van bontmantels die we op onze kantoren binnen krijgen dat het prestige van bont een dieptepunt heeft bereikt. PETA heeft ook honderden geschonken bontmantels naar kleumende Afghaanse vluchtelingen gestuurd, bontmantels gebruikt bij presentaties in scholen en bibliotheken, “bloedige” bontmantels gebruikte bij theatrale protestacties, en bontmantels aan rehabilitatiecentra voor wilde dieren gegeven als nest voor verweesde jonge dieren.

En hoe zit het dan met konijnenvacht? Is dat niet gewoon een bijproduct?

In sommige winkels rechtvaardigt men de verkoop van konijnenvacht door te zeggen dat het “slechts een bijproduct” van de konijnenvleesindustrie is, maar niets is minder waar! De konijnenvachtindustrie eist pelzen van dikkere en oudere dieren dan die die om hun vlees worden geslacht. Volgens een rapport van de VN “worden nog maar heel weinig pelzen uit abattoirs gebruikt,” en in landen zoals Frankrijk worden wel 70 miljoen konijnen per jaar omwille van hun vacht geslacht. Net als andere dieren die om hun pelzen worden geteeld en gedood, worden konijnen, die van nature uit zeer schone dieren zijn, in piepkleine vieze kooien gehouden, in hun eigen uitwerpselen. Ze staan of liggen hun hele ellendige leven op het dunne ijzerdraad van hun kooien, zonder ooit te kunnen graven, springen, of spelen. Ook de slachtmethoden zijn onmenselijk. Om konijnen te doden breken de pelsboeren de nek of slaan hen de schedel in, voordat ze ze aan hun pootjes ophangen en hun kopjes eraf snijden.

Is dierenbont niet milieuvriendelijker dan namaakbont?

Absoluut niet! Het prestige van bont is inmiddels zo laag dat bonthandelaars nu proberen, bont als “milieuvriendelijk” aan te prijzen, maar bontmantels zitten vol met chemische stoffen die moeten voorkomen dat ze bij in de kleerkast verroten en desintegreren. Verder is de bontindustrie een grote milieuvervuiler, en een verspiller van waardevolle natuurlijke rijkdommen. De hoeveelheid energie die nodig is om een bontmantel te produceren van op pelsboerderijen geteelde dieren is 60 keer zo groot als de energie die nodig is om een kunstbontjas te produceren. Het afval van de pelsboerderijen is een grote watervervuiler. En niet te vergeten: echt bont, in tegenstelling tot kunstbont, leidt tot onnoemlijk leed van miljoenen dieren, elk jaar.

Is het niet zo dat dieren in pelsboerderijen niet echt lijden, omdat zij niet anders zijn gewend ?

Niet waar! Dieren in pelsboerderijen worden belemmerd om zich op basis van hun diepste instincten te gedragen, en leiden een ellendig bestaan. Zelfs dieren die sinds hun geboorte in een kooi leven hebben de behoefte om zich te bewegen, zich te wassen, hun ledematen te strekken, en rond te rennen. Alle opgesloten dieren lijden bovendien van intense verveling – soms zo erg dat ze neurotische gedrag beginnen te vertonen, zoals “eisberen”, eindeloos ronddraaien, zelfverminking, en zelfs kannibalisme.

Om kosten te beperken stoppen pelsboeren hun dieren in kleine kooien, waarin ze maar een paar kleine stapjes heen en weer kunnen zetten. Deze opsluiting zonder bewegingsruimte van veel dieren dicht op elkaar is met name een kwelling voor nertsen – alleenlevende dieren die in het wild een territorium van wel 1,000 hectaren drassig landschap hebben.

Zijn dieren niet beter af op een pelsboerderij, waar ze tenminste eten krijgen en beschermd worden, als in de natuur, waar ze vaak van de honger of ziekten omkomen, of door een roofdier worden opgegeten?

Vergelijkbare argumenten werden gebruikt om te beweren dat het beter was voor zwarten om als slaven op plantages te leven, dan vrije mensen te zijn. Dieren op pelsboerderijen lijden zo erg dat het onvoorstelbaar is dat ze er in het wild erger aan toe zouden zijn. “In het wild” is niet “wild” voor de dieren die er thuishoren – het is hun huis! Het feit dat ze er misschien zouden lijden is geen reden om ervoor te zorgen dat ze in gevangenschap in ieder geval zullen lijden.

Is de bontindustrie werkelijk zo wreed als wordt beweerd?

Het is nog veel erger. Spionagewerk dat door PETA op pelsboerderijen is verricht toont aan dat dieren door anale elektrocutie worden gedood, waarbij een onder elektrische spanning staande metalen staaf in het rectum van de dieren wordt geduwd, waardoor de dieren letterlijk van binnen uit worden verbrand. Op een van de door ons onderzochte pelsboerderijen waren gebroken botten, geïnfecteerde ademwegen en kankerachtige tumors dingen waarmee de dieren moesten blijven leven, zonder door een dierenarts te worden behandeld.

Dieren die in stalen klemmen worden gevangen lijden zo veel pijn dat zij vaak hun eigen ledematen afbijten om te kunnen ontsnappen. Omdat ze niet kunnen eten, zichzelf niet warm kunnen houden, en zich niet tegen roofdieren kunnen beschermen terwijl ze in de klem zitten, sterven velen van hun een verschrikkelijke dood voordat de pelsjager komt om hen te doden. Anderen blijven dagenlang in de pijnvolle klemmen liggen, voordat ze door de pelsjager worden gedood. Om de vacht niet te beschadigen slaan de pelsjagers de dieren vaak dood. Of dieren nu met verschrikkelijke pijn met een poot in een stalen klem vastzitten, of een heel leven in een piepkleine kooi zitten opgesloten – het leed is onbeschrijfelijk. Klik hier om meer te lezen over pelsjacht, en hier om meer informatie over pelsboerderijen te vinden.

Is het waar dat bepaalde bedrijven honden- en kattenvachten in hun producten verwerken?

Helaas wel, ja. Er is een bloeiende honden- en kattenvachtindustrie in China, waar geen enkele vorm van wettelijke dierenbescherming bestaat. Veel van dit bont wordt misleidend als “konijnenbont” aangeboden, of verder niet gespecificeerd. Honden- en kattenvachten worden in bontmantels, bonten poppetjes en leren schoenen verwerkt, die aan nietsvermoedende klanten worden verkocht. Zonder dure DNA testen is het bijna onmogelijk om te weten wat voor dier u draagt, als u voor de aanschaf van een bontproduct kiest. Onderzoek heeft aangetoond dat van hondenvacht gemaakte artikelen in Nederland worden aangeboden. En als u uw hond niet zou willen dragen, waarom dan wel de vacht van een ander dier?

Wat kan ik doen om een einde te brengen aan de wreedheid van de bontindustrie?

Er zijn veel manieren om de boodschap van barmhartigheid uit te dragen. U kunt spreken met de managers van winkels die bont en bontartikelen verkopen, en hun laten weten dat u hun winkel zult mijden totdat de bontartikelen van de rekken worden gehaald. U kunt een informatietafel buiten een dergelijke winkel plaatsen, of in een drukke winkelstraat. We kunnen u posters en brochures toesturen, die u kunt gebruiken. Laat bontdragers weten wat u van wreedheid tegen dieren vindt, en zorg ervoor dat u brochures hebt om hen hierover in te lichten. PETA heeft ook anti-bont buttons, waarmee u uw zonder wreedheid geproduceerde tas of mantel kunt opsmukken. Verder kunt u talrijke mensen bereiken door aan de redactie van uw plaatselijke kranten te schrijven over de wreedheid van de bontindustrie.