Boer wordt vegan: “Ik heb de stap gezet omdat ik geen varkens meer wilde slachten”

Geplaatst op door Debra Wolford

“Als vegan merkte ik dat ik mezelf niet langer hoefde voor te liegen en dat ik mijn gevoelens niet meer hoefde uit te schakelen”, schrijft boer Gustaf Söderfeldt.

©Vegangården

Op Wereldvegandag deelde hij zijn verhaal in een indrukwekkend ingezonden stuk gepubliceerd in Aftonbladet, een belangrijk Zweeds dagblad. Hij legt uit dat het kopen van ‘diervriendelijk vlees’ geen oplossing is voor mensen die om dieren geven: een vegan voedingspatroon is het enige voedingspatroon dat gegarandeerd vriendelijk is voor dieren. Lees de volledige versie van zijn artikel, vertaald uit het Zweeds, hieronder.


Hoe ik als varkensboer groenteteler werd

Door Gustaf Söderfeldt

Mensen worden om verschillende redenen vegan. Ik heb de stap gezet omdat ik geen varkens meer wilde slachten.

Ikzelf en mijn partner Caroline verlieten de stad in 2006 voor het platteland om in de kleinschalige veeteelt te stappen. We waren het stadsleven beu en wilden boeren worden – en iedereen weet dat echte boeren dieren houden, toch? Dat dachten wij ook. We wilden een boerderij die op ouderwetse wijze zou worden gerund. Ons doel was om een beter alternatief te bieden voor de vreselijke intensieve vee-industrie. Onze dieren zouden gelukkig zijn. Ze zouden op een humane manier worden gefokt en geslacht.

Ons idee paste precies in de tijdsgeest en mensen vonden het geweldig. We hadden veel verschillende dieren op de boerderij: schapen, geiten, kippen, eenden en veel varkens. Heel weinig bedrijven lieten hun varkens ooit naar buiten gaan, dus we vonden een markt die populair en lucratief bleek te zijn. We gingen van een paar varkens naar rond de 30 tegelijk en we verkochten veel vlees. We openden uiteindelijk een winkel in de stad die vlees van ons bedrijf en dat van anderen verkocht.

De winkel trok veel klanten. Maar er gebeurde iets in mij – het idee van ‘humaan vlees’ begon uit elkaar te vallen. In het begin had ik de boerderij gerund als een kleine, lokale onderneming en had ik de varkens die ik fokte echt leren kennen. Maar des te meer varkens we fokten, des te meer kwam ik erachter dat ik het voor het geld deed. Het bedrijf moest immers winst blijven maken.

Onze klanten hoorden graag dat de varkens ‘een goed leven’ hadden gehad. Maar natuurlijk wilden ze niets horen over de nare kant van het fokken van de dieren. Als ik hun had verteld dat een moedervarken niet bij haar baby’s wilde worden weggehaald of dat de varkens het uitschreeuwden van angst als ze in de vrachtwagen werden geladen met als eindbestemming het slachthuis, dan had ik geen enkele klant overgehouden. Niemand wil iets weten over de akelige kanten van de vleesindustrie. Iedereen wilde alleen horen hoe ‘goed’ en ‘humaan’ ons vlees was.

De meeste van onze klanten kochten vlees bij ons om hun eigen geweten te sussen. Mensen willen tegenover zichzelf niet toegeven dat ze een industrie ondersteunen die dieren vreselijk behandelt. Daarom kopen ze zogenaamd ‘humaan vlees’: daardoor is het gemakkelijker om je ook beter te voelen over het eten van ander vlees.

Het ‘humane vlees’ van onze boerderij was duur – het soort dat je je maar één keer per week kon veroorloven. De andere zes dagen aten onze klanten vlees afkomstig uit de intensieve vee-industrie en voelden ze zich er nog steeds goed bij omdat ze die ene keer vlees bij ons hadden gekocht.

Een boegbeeld zijn voor de vleesindustrie werd voor mij steeds bezwaarlijker. Geen van onze klanten was geïnteresseerd in meer informatie over de manier waarop dieren leden. Ik ‘mocht’ alleen de leukere aspecten van het fokken van dieren bespreken. De enige manier om mijn beroep te blijven beoefenen was door de waarheid te verbergen, en mijn leven als boer en vleeshandelaar voelde elke dag minder eerlijk.

De verandering die volgde was totaal onverwachts. Mijn kleine dorp was duidelijk verstoken van vegans. Maar Caroline was video’s over veganisme gaan bekijken op YouTube en zodra ik er een aantal had gezien, veranderde mijn hele leven. Het bleek dat vegans hetzelfde wilden als ik: dat dieren een goed leven konden leiden. Dat was voor mij als boer de prioriteit. Maar vegans waren in hun gedachtegoed een stap verder gegaan dan ik: als je echt om dieren geeft, zou je ze helemaal niet moeten fokken!

Dit is het herhalen waard: als je om dieren geeft, is ‘humaan vlees’ geen oplossing. Het enige juiste is stoppen met het fokken van dieren voor voedsel. Dit besef was levensveranderend voor mij als ‘ethische’ veehouder.

Ik leerde meer vegans kennen, zowel in het echte leven als op YouTube. Ik realiseerde me dat een vegan levensstijl gezonder was dan het eten van dieren. Als varkenshouder was een belangrijk argument ten gunste van voedingsmiddelen afkomstig van dieren dat ‘mensen vlees nodig hebben’. Nu weet ik dat het tegendeel waar is – we voelen ons beter zonder! Dit besef sloeg het laatste excuus dat ik had voor het fokken en slachten van dieren aan diggelen. Datgene waar ik mee bezig was, was helemaal niet nodig.

Ik moest alles heroverwegen wat ik rond onze boerderij had opgebouwd. We stopten met het fokken van varkens, werden vegan en hebben onze winkel gesloten. Dit waren moeilijke tijden, want het is nooit makkelijk om te beseffen dat je in een schijnwereld hebt geleefd en onwetend was. Maar daarna werd alles zoveel beter!

Ik begon me bijna meteen beter te voelen. Mijn lichaam voelde beter aan – voordat ik de overstap maakte, at ik veel vlees. Nu voelde het lichter en functioneerde het beter en zag ik er veel uitgeruster uit. Maar bovenal voelde ik me emotioneel goed.

Er is niets leuks aan het fokken van dieren om ze vervolgens te doden – zelfs de meest overtuigde veehouder zal hiermee instemmen. Je doet het omdat je denkt dat je het moet, maar vanbinnen voel je je vreselijk. Je leert je emoties uit te schakelen.

Als vegan merkte ik dat ik mezelf niet langer voor hoefde te liegen en dat ik mijn gevoelens niet meer hoefde uit te schakelen. Het voelde geweldig! Een zuiver geweten is echt het beste gevoel dat er is.

Ikzelf en Caroline zijn nu toegewijd aan het verbouwen van groenten. Het is buitengewoon bevredigend en dankbaar werk. Het voedsel dat we op onze boerderij produceren, is in alle opzichten geweldig – het is goed voor dieren, voor de menselijke gezondheid, voor de natuur en voor het milieu. Intensieve groenteteelt is zeer productief: je kunt zoveel groenten verbouwen op een klein stuk land en veel meer calorieën produceren dan datzelfde stuk land zou hebben opgeleverd via veeteelt. Het is lucratief voor de boer op een geheel andere manier.

Er is alle reden om te geloven dat veganisme de toekomst is van het boerenbedrijf. Het is goedaardiger, gezonder, efficiënter, minder verkwistend en klimaatvriendelijker. Er is tegenwoordig een groeiende gemeenschap van vegan boeren van over de hele wereld die de boodschap verspreiden dat er een betere en slimmere manier is om als boer te werken, en ze ontwikkelen kennis en methoden om een revolutionaire verschuiving mogelijk te maken – naar vegan landbouw! Het is een weg die net is ingeslagen en we hebben veel meer gepassioneerde mensen nodig om zich bij ons te voegen.

November is Wereldveganmaand – een geweldige kans om over te stappen op een vegan levensstijl en om anderen te laten weten waarom en hoe ze de stap kunnen maken.

Neem een kijkje op onze Facebookpagina, Vegangården, en download hier een veganistisch starterspakket van PETA.